Dank u, voorzitter. Het is goed dat de Kamer vandaag bijeengekomen is om het debat te voeren en te stemmen over de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming, opdat de lokale volksvertegenwoordigers weer gaan beraden en besluiten. Niet dat ze dat nu niet zouden kunnen. We hebben nu te maken met de situatie waarin, rekening houdend met de regels van het RIVM, er in diverse gemeenten en provincies toch onvoldoende vertegenwoordigers zijn te vinden die zich moreel verplicht voelen om te voorzien in een quorum. Ik kan mij niet voorstellen dat het merendeel van deze volksvertegenwoordigers niet naar de supermarkt gaat, waar caissières en vakkenvullers gestaag doorgaan met hun werk. Hulde voor deze mensen!
Voorzitter,
Onze Grondwet moet onze democratie en ons volk dienen in plaats van een onnodig obstakel te vormen om als democratische volksvertegenwoordiging tot wetgeving over de bestuursmacht te komen. Door dat obstakel weg te nemen worden de democratie én de Grondwet verstevigd en wordt een bijdrage geleverd aan de nadere invulling van volkssoevereiniteit.
Voorzitter,
De algemene bepaling die met dit wetsvoorstel aan de Grondwet zou moeten worden toegevoegd luidt kortweg: “De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.”
Hoewel de algemene bepaling zelf zeer kort is, is deze wel vergezeld met een memorie van toelichting van tien pagina’s. In paragraaf 3.4 van deze memorie van toelichting, getiteld ‘Beknopte formulering’ geeft de regering aan dat sprake is van drie te waarborgen elementen ‘de democratie, de rechtsstaat en grondrechten’ en dat zij er voor gekozen heeft deze niet nader te expliciteren door vermelding van de denkbare verschillende deelelementen.