1. In het debat op 11 juni 2013 over het Nederlandse Nationale Hervormings-programma en het Stabiliteits-en Convergentieprogramma in het kader van het Europees Semester noemde u de doelstelling van 16% hernieuwbare energie in 2020. Kunt u aangeven op welke wijze dit doel (16% hernieuwbare energie in 2020) globaal gehaald zou kunnen worden?
2. Kunt u voorts informatie verschaffen omtrent de aandelen van de onderscheiden vormen van hernieuwbare energie (windenergie, biogas, biomassa enz.) in 2020?
3. Kunt u ook ingaan op de vraag welke verbruikerscategorieën (gezinnen, industrie, verkeer en vervoer, enz.) in het bijzonder hernieuwbare energie zullen moeten gaan gebruiken?
4. Tot slot vraag ik u te verduidelijken welke extra kosten het gebruik van hernieuwbare energiebronnen met zich meebrengt voor de consument.