dinsdag, 07 februari 2017 16:24

Godsdienstonderwijs op openbare scholen

Bijdrage van Alexander Kops

Voorzitter. Zoals de PVV bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer al heeft betoogd: wij begrijpen niet zo veel van de bedoeling van dit wetsvoorstel. Voor de bekostiging van levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs op openbare scholen is jaarlijks 10 miljoen euro aan subsidie beschikbaar. Middels dit wetsvoorstel moet die financiering wettelijk worden verankerd. De vraag blijft welk probleem hiermee nu eigenlijk wordt opgelost. Nut en noodzaak blijven onduidelijk.

Nut en noodzaak

In de memorie van toelichting hebben de initiatiefnemers het over een jaarlijkse groei van uitgaven met als oorzaak "de stijging van de pensioenpremies en de periodieke salarisverhogingen voor de docenten". Over het opnemen van de bekostiging van levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs in de Wet op het primair onderwijs schrijven zij het volgende: "Deze wettelijke verankering biedt aan de sector ook meer zekerheid en continuïteit dan een jaarlijkse subsidiepost, die altijd weer ter discussie kan worden gesteld".

Over welke zekerheid gaat het hier in de praktijk? In artikel 184b, tweede lid van de Wet op het primair onderwijs stellen de initiatiefnemers immers voor om de bekostiging van godsdienstonderwijs per AMvB te regelen. Kunnen zij uitleggen hoeveel meer zekerheid een AMvB biedt dan een jaarlijkse subsidiepost? Die is overigens gebaseerd op een subsidiebeschikking en kan aan de loon- en prijsontwikkeling worden aangepast. Dus nogmaals de vraag: wat is hier concreet het probleem?

Bij de behandeling in de Tweede Kamer stelden de initiatiefnemers dat "het subsidieplafond leidt tot een kwalitatief en kwantitatief afbouwscenario. Naarmate de kosten stijgen, zal het aanbod aan lessen verminderd moeten worden. Uiteindelijk zou gvo of hvo op openbare scholen kunnen verdwijnen". Hierover de volgende vragen.

In welke mate is het aanbod aan deze lessen reeds verminderd? Leidt dit tot problemen? En is de huidige subsidiepost daar debet aan? Beschikken de initiatiefnemers wellicht over praktijkvoorbeelden waarmee zij de urgentie van dit wetsvoorstel kunnen aantonen? En op welke termijn dreigen, naar inschatting van de indieners, levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs op openbare scholen geheel te verdwijnen?

Bovenal begrijpen wij niet waarom godsdienstonderwijs gegeven moet worden door, zoals in artikel 51 van de wet staat, "leraren daartoe aangewezen door kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken". En waarom moet levensbeschouwelijk onderwijs worden gegeven door "leraren daartoe aangewezen door organisaties op geestelijke grondslag".

Ten eerste vinden wij dat niet passen op een openbare school. Bovendien draagt de school geen inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de gegeven lessen. Ten tweede is er al het kennisgebied "geestelijke stromingen", waarbinnen de gewone leraar al les kan geven. Zie kerndoel 38, "wereldoriëntatie". Hier draagt de school overigens wél inhoudelijke verantwoordelijkheid voor. Ouders kunnen dus ook ergens terecht als zij het ergens niet mee eens zijn, als zij iets te klagen hebben. Er valt een hoop te klagen, bijvoorbeeld wanneer leerlingen in het kader van dit kerndoel worden vergiftigd met een bezoek aan de moskee. Het is allemaal aan de orde van de dag. Daar kom ik later nog op terug.

Openbaar en bijzonder onderwijs

In Nederland hebben wij een traditie van openbare en bijzondere scholen: het duale onderwijsbestel. Zoals bekend is de PVV een groot voorstander van bijzonder onderwijs – artikel 23 van de Grondwet. Ouders hebben de vrijheid het onderwijs zelf in te richten en vorm te geven als zij dat willen. Bovenal hebben ouders de vrijheid om hun kinderen te sturen naar een school van hún keuze. Dat kan zijn: een openbare school, een bijzondere school op godsdienstige grondslag of een algemeen bijzondere school op onderwijskundige grondslag. Door de bekostiging van levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs wettelijk te verankeren en door dit onderwijs expliciet op te nemen in de schoolgids, vervaagt het huidige additionele karakter daarvan. Vinden de initiatiefnemers niet dat daarmee het onderscheid tussen openbare en bijzondere scholen kleiner wordt? Vinden zij niet dat ouders daardoor mogelijk ontmoedigd worden om, indien zij dat willen, hun kinderen naar een bijzondere school te sturen? Immers, welke meerwaarde heeft het bijzonder onderwijs dan nog?

Er zijn ouders wier voorkeur uitgaat naar een bijzondere school. Er zijn echter ook ouders die zeer bewust kiezen voor een openbare school. Wordt die keuze niet ondermijnd door het versterken van de positie van levensbeschouwelijk onderwijs en godsdienstonderwijs op openbare scholen? Ik krijg daarop graag een reactie.

Doel van godsdienstonderwijs / levensbeschouwelijk onderwijs

Wat is eigenlijk de bedoeling van godsdienstonderwijs? De initiatiefnemers hebben daar een idee bij. In de memorie van toelichting schrijven zij het volgende: "Levensovertuigingen hebben een belangrijke vormende waarde voor de geestelijke ontwikkeling van kinderen. Daarmee worden waarden en normen overgedragen voor het maatschappelijk samenleven, en daar is vandaag de dag grote behoefte aan."

Kunnen zij dit toelichten? Waarom is daar vandaag de dag behoefte aan? En wat is daar dan de oorzaak van?

Verder staat in de memorie van toelichting: "Het is goed dat burgers al jong de waarde wordt uitgelegd van de democratisch georganiseerde rechtsstaat waarin ieder recht heeft op zijn eigen levensovertuiging en religieuze verschillen geaccepteerd en beschermd worden. Daarom is het goed dat de overheid ook op de openbare school voorwaarden schept om godsdiensten en levensbeschouwingen hun morele en sociale functie te laten vervullen."

Ja, dat is een mond vol. "Normen en waarden", "verschillen accepteren en beschermen", "morele en sociale functie vervullen"… Het zijn allemaal mooie woorden, maar de praktijk is minder rooskleurig dan dit.

De onderwijsinspectie heeft een rapport gepresenteerd, waaruit blijkt dat het niet goed gaat met het zogeheten burgerschapsonderwijs. Op scholen wordt onvoldoende aandacht besteed aan onze Nederlandse kernwaarden. Bovendien presenteerde DUO Onderwijsonderzoek afgelopen week de resultaten van het onderzoek "Integratie op school". Ook die resultaten zijn ronduit bedroevend. Gebleken is dat bepaalde onderwerpen op scholen niet meer besproken kunnen worden omdat ze daarvoor in bepaalde culturen – de islamitische cultuur welteverstaan – te gevoelig zouden zijn, zoals homoseksualiteit, aanslagen, islamisering, terrorisme…

Waar komt dat door? Dat komt door de mislukte integratie en de toenemende segregatie in de samenleving en op scholen! 54% van de leraren en schoolleiders in Amsterdam, een meerderheid, bevestigt dit. 62% van de leraren en schoolleiders die de mislukte integratie en de toenemende segregatie op hun eigen school herkennen, noemt als oorzaak verschillen tussen westerse en niet-westerse normen en waarden. 43% van hen geeft aan dat religie daarbij een rol speelt en noemt ook de onwil om te integreren. Dit is ernstig, zeer ernstig.

Onderzoeker Van der Woud stelt: dat leraren onderwerpen niet meer bespreken, komt voor een groot deel door verschillen in waarden en normen!

Het komt door de islam die haaks staat op onze westerse normen en waarden! Hoe reageren de initiatiefnemers erop dat van alle mooie woorden, zoals het uitleggen van de waarde van de rechtsstaat, waarbinnen alles bespreekbaar hoort te zijn, als gevolg van de mislukte integratie, de toenemende segregatie en overkoepelend de islam, in de praktijk niet al te veel terechtkomt? Wat vindt de staatssecretaris daarvan?

Het onderwijs islamiseert verder en verder. Leerlingen die een moskee bezoeken en die leren hoe ze op z'n islamitisch moeten bidden: deze omgekeerde integratie is aan de orde van de dag.

De integratie is mislukt, dus dan zouden de leerlingen zich maar aan de islam moeten aanpassen? Het is een schande! Bovendien zijn er schoolbestuurders die de islamisering van het onderwijs graag een handje helpen. Zij schamen zich daar niet voor. Ik noem bijvoorbeeld mevrouw Steenvoorden van de christelijke – jawel: christelijke! – ZAAM Scholengroep, die islamitische leerlingen en hun ouders tegemoet wil komen door het invoeren van gescheiden gymmen. Jawel: gescheiden gymmen. Wat een idiotie! Dergelijke schoolbestuurders willen niet onze cultuur, onze verworvenheden en onze normen en waarden doorgeven aan de volgende generaties. Nee, ze willen die afschaffen! Het is van de zotte.

ChristenUnie en openbaar onderwijs

Dat gezegd hebbende kom ik, tot slot, nog even op het volgende. Mede-initiatiefnemer van het wetsvoorstel is de heer Voordewind van de ChristenUnie. Zijn eigen fractievoorzitter in de Tweede Kamer, de heer Segers, was zaterdag 28 januari jl. te horen in het radioprogramma Kamerbreed op NPO 1. Ik geef toe, het heeft even moeite gekost om die vreselijke linkse publieke omroep aan te horen – dat had ik natuurlijk afgezworen –, maar ik heb mij ertoe kunnen zetten. Er schijnt tegenwoordig toch al zo veel fakenieuws te zijn, en wat de NPO betreft weet je het maar nooit.

Op de radio pleitte de heer Segers voor afschaffing van het openbaar onderwijs. Ouders die hun kinderen bewust naar een openbare school willen sturen, wordt dat blijkbaar door de ChristenUnie niet gegund… Door het afschaffen van het openbaar onderwijs wordt, zo werd duidelijk gemaakt, een nieuwe impuls gegeven aan het bijzonder onderwijs. Dat is opmerkelijk, want beogen de initiatiefnemers met hun wetsvoorstel niet juist een impuls te geven aan het openbaar onderwijs? Staat het wetsvoorstel niet haaks op afschaffing hiervan, zoals de ChristenUnie bepleit? Ik krijg graag een reactie hierop van de heer Voordewind.

804 keer gelezen